De complete voorstelling

Jidl mit'n Fidl

In zijn voorstelling Sores, Gein en Mazzel schetst Luc van Gessel de sfeer en het dagelijks leven zoals zich dat ooit in Joodse gemeenschappen afspeelde. 

Met liederen in het Jiddisch, Nieuw-Grieks en Nederlands, en met cabareteske sketches en Klezmer-saxofoon-solo’s, schildert Luc een beeld van die voorbije wereld vol humor en tragiek. 


PROGRAMMA


Ashkenazim en Jiddisch  ‘Ashkenazim’ is de naam voor Joden die vanaf de vroege middeleeuwen in Duitsland woonden. Hun taal was het Jiddisch, een in de middeleeuwen ontstane vermenging van Duits, Hebreeuws, Aramees en Slavisch, die zich in de loop der eeuwen, geïsoleerd van het Duits, ontwikkelde tot een taal met een eigen karakter, idioom, en literatuur. 

Sefardim en Ladino ‘Sefardim’ is de naam voor Joden die gedurende de middeleeuwen in Spanje en Portugal woonden. De taal die zij spraken, ‘Ladino’, was afgeleid van het Catalaanse Spaans. Gedurende de Islamitische bezetting van Spanje bloeide de Joodse cultuur. Na de ‘herovering’ trachtten de Christelijke vorsten Spanje te zuiveren van niet-Christelijke elementen. Onder de ‘inquisitie’ moesten Joden zich bekeren of vluchten. Zij die vluchtten kwamen terecht in de Balkan, Turkije, Palestina, maar ook in Italië, Engeland en Nederland. Een grote groep Spaanse Joden vluchtte in de 15e eeuw naar de Noord-Griekse havenstad Thessaloniki. Gedurende 450 jaar bestond de meerderheid van Thessaloniki uit Sefardische Joden. Daarmee was de stad eeuwen lang een centrum van Sefardische cultuur. In de 2e Wereldoorlog werden vrijwel alle Griekse Joden gedeporteerd en vermoord. 

Mordechaj Gebirtig (1877-1942) Mordechaj Gebirtig, was zoon van een koopman uit Krakau, Polen. Als dichter en musicus was hij autodidact. Hij componeerde op een kleine fluit. Meer dan 90 liederen staan op zijn naam. Gebirtig schetst in zijn liederen de wereld van de joodse bevolking in Krakau. In zijn werk uit hij de hoop op een menswaardiger wereld. 

Itzik Manger (1901-1969) Volksdichter, balladezanger, talmoedkenner, schilder en vagebond. Al deze gedaanten zijn in zijn werk te herkennen. Het landschap van zijn geboortestreek, in de omgeving van de Pools-Roemeense grens, speelt een belangrijke rol. Manger woonde en werkte tot 1938 in Warschau. In 1938 vluchtte hij voor de Nazi’s naar England. In 1958 naar Israel. 

Jidl mit'n Fidl 2


Moshe Nadir (1885-1943) Rebbe Elimelech behoort tot de anti-Chassidische, seculiere Jiddische liederen, die de draak steken met de Chassidische aanbidding van ‘wonder-rabbijnen'.

Mikis Theodorakis (1925) De Griekse componist Mikis Theodorakis, één van de opponenten van het kolonels-regime, (1967 - 1974) zette de gedichten van de Griekse dichter Yacobos Kambanellis (1922) op muziek.

Johnny & Jones Het Amsterdamse duo ‘Johnny & Jonesmaakte eind jaren 30 jazz met parodistische teksten op actuele gebeurtenissen, gekruid met een mengeling van joodse en Amsterdamse humor.  Zij traden vanaf 1936 op voor o.m. de VARA-radio, en kregen daarmee landelijke bekendheid. In 1943 werden Johnny & Jones naar kamp Westerbork gedeporteerd. Eénmaal reisden zij voor verlof naar Amsterdam, waar zij zelfs studio-   opnames maakten. Zij keerden terug naar Westerbork omdat hun echtgenotes daar gevangen zaten. In maart 1945 werden zij in concentratiekamp       Bergen-Belsen vermoord.

Louis Davids (1883 - 1939) was één van de belangrijkste kleinkunstenaars in de eerste helft van de 20e eeuw. Hij stond aan de wieg van het Nederlandse cabaret, en was voor vele Nederlandse cabaretiers een bron van inspiratie.